Jacob Cats 1577 - 1660

 

 

 

Geen Nederlandse dichter is zo populair geweest als Jacob Cats, al vinden sommigen hem zonder diepgang. Zonder dat de hedendaagse Nederlander er zich bewust van is heeft Jacob Cats veel achtergelaten in ons dagelijks taalgebruik, mede door meerdere uitspraken en gezegdes.

 

Jacob Cats aanschouwde het levenslicht op 10 november 1577 te Brouwershaven. Zijn vader was lid van de regering en zijn moeder had hij al jong verloren. Terwijl zijn vader hertrouwd was kreeg hij echter zijn verdere opvoeding van een broer van zijn moeder. Hij ging naar school in Zierikzee alwaar zijn poëzie in hem ontwaakte, eerst alleen in het Latijn maar al gauw kreeg hij meer interesse in de vaderlandse taal.

 

Zijn verdere studie volgde hij onder meer in Leiden waar hij Recht en Grieks volgde en in Orleans, Frankrijk behaalde hij zijn rechtendoctoraat. Nadat hij terug gekeerd was in den lande, namelijk in Den Haag, beoefende hij de Rechten in de praktijk onder procureur C. v.d. Pol. Vanwege zijn behaalde succes werd hij in 1603 door een vriend, de stadspensionaris van Middelburg, verzocht om zich daar te vestigen als (stads) advocaat.

 

Door zijn succes, als advocaat inpolderingen en grondspeculaties was hij inmiddels een vermogend man geworden. Cats als dichter was een dichter voor de “gewone” man en in zijn werk, altijd vergezeld van christelijk gemoraliseer, kreeg het huwelijk veel aandacht. Hoewel zijn werk door de intellectuelen als alledaags werd (word) beschouwd was hij toch het voorbeeld van vele andere dichters.

 

Constantijn Huijgens werd in zijn eerste werken beïnvloed door hem terwijl de intellectuele Vondel hem beledigt in een van zijn hekeldichten. Toch heeft: “Vader Cats”, wat zijn bijnaam was, waardering verdiend voor zijn werken als: “Sinne en Minnebeelden” uit 1618, “Selfstrijt” uit 1620, “Houwelijk” uit 1625 etc. Na publicatie van zijn enorme verzameling opvoedkundige spreuken en wijsheden onder de titel: “Spiegel van den ouden en niewen tijt” uit 1632, vervolgde hij zijn huwelijksadviezen in waarschijnlijk zijn grootste werk: “s Werelts begin, midden, eynde, besloten in den trouringh” uit 1637.

 

Nog tijdens zijn leven bracht Jacob Cats zijn geschriften en gravures bijeen in: “Alle de wercken van Jacob Cats” uit 1655 die 2 eeuwen lang de zogenaamde “huisbijbel” was! Meerdere van zijn spreuken zijn ons bekend, hierbij enkele: “Als de wijn gaat in de man, ligt de wijsheid in de kan”, ”Wie op 2 hazen jaagt, vangt er vaak geen.”, “De punt van een gouden pen, is het machtigste wapen wat ik ken.” en: “Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.” en nog vele andere.

 

Uiteindelijk overleed deze als vriendelijk bekend staande en algemeen geachte man op 12 september 1660 te Den Haag. En liet toen 2,3 miljoen gulden na! Zijn lichaam werd volgens zijn wens, zonder ceremonie en pracht en praal, maar gevolgd door 18 koetsen en 40 fakkels naar de Kloosterkerk in Den Haag gebracht waar hij werd bijgezet naast zijn geliefde vrouw.

 

Een laatste nog van hem: “Al geef je een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding!

 

 

 

Vincent de Kam.